Over uitputting, herstel en heling

In mijn zoektocht naar inspiratie voor een nieuwe blog voelde ik een blokkade door de ‘afleiding’ van het afbouwen van een nieuwe woning. Ik had geen energie over voor schrijven. Nu ik daarop terugkijk, valt me op dat ik al die tijd al op mijn inspiratie heb gezeten. Het vroeg alleen de reflectie op die nu bijna afgelopen periode om dat te kunnen zien.

De mensen die mij kennen weten dat ik nog maar beperkt werk en werken kan. Mijn energie staat het me niet meer toe om voluit te gaan. Dat kon ik vroeger 7 dagen per week. Het heeft nogal een aanpassing gevraagd totdat ik vrede kon hebben met beperkte inzetbaarheid. Ik heb eindeloos rondgedacht voordat ik mezelf toestond daar een passend antwoord op te mogen formuleren. Ik had omgang te krijgen met helen. Herstel was niet genoeg.

De praktijk van alledag in de laatste maanden, rondom de afbouw van het huis, laat me weer eens zien dat een taak, waarbij ik vanuit mezelf energie voel, vanzelf gaat. Dat ik me er niet toe hoef te zetten, of te “dwingen” ermee bezig te zijn. ‘Passie’ voor iets levert me energie en is zo een soort lakmoesproef. Voel ik de energie niet, dan is het kennelijk niet voor mij, of niet voor die dag, of voor dat moment op de dag. De inspanning eindigt vanzelf en natuurlijk als ik geen energie meer voel. Gewoon omdat ik moe ben. Of trek krijg in bier. Dan is het kennelijk afschakeltijd en mag ik me beperken tot het genieten van wat er klaar is.

Ik vraag mij nu af hoe mijn leven zou zijn verlopen, als ik vroeger in staat zou zijn geweest om het kalmer aan te doen, mijn natuurlijke energie te volgen. Ik realiseer me daarin heel goed, dat ik dat niet zou hebben gekund. Dat hangt samen met mijn eigen conditionering. De buitenwereld heeft er weinig schuld aan, anders dan dat conditionering voor een groot deel via maatschappelijke beïnvloeding tot stand komt. Ik draag een collectief bepaalde software mee die mij regeert.

Ik had zelf geen overzicht over waaruit ik mijn energie putte en wat mij dreef om mijn energie overmatig aan te spreken. Geen beeld bij wat gezond en ongezond is en voor zover ik dat had, was er de illusie van eeuwige jeugd. Ook al was die illusie over tijd niet meer vol te houden, ik hield ‘m toch vol. Ik stond voorwaardelijk in de wereld. Ik mocht er pas zijn, had pas waarde, als ik verschrikkelijk hard mijn best deed.

Ik had te leren dat er een ander normstellend kader actief is, dat niets met mijn wil, mijn drang en mijn succeswens te maken heeft. Dat is mijn lichaam en de gevoelswereld die via dat lichaam kenbaar wordt. Dat trouw al die jaren signalen had afgegeven, die door mijn wil/conditionering/overtuigingen werden overschreeuwd.

Het echte vraagstuk van overbelasting zit daarmee niet in de uitputting zelf, want die is met rust voor een goed deel op te lossen. Het vraagstuk zit in de wijze waarop de uitputting tot stand komt: door de manier waarop we denken. Anders gezegd: onze conditionering, die we gelijk kunnen stellen aan ons zelfbeeld/identiteit, ook wel onze persoonlijke verzameling overtuigingen en daarop gebaseerd gedrag. We zijn gehecht aan het verhaal over onszelf en de ermee verbonden gedragingen. We denken dat dit verhaal is die we zijn. Daar vergissen we ons.
De conditionering stuurt ons gedrag vrij reflexmatig. Zolang als onze conditionering, ofwel ons zelfbeeld, niet verandert, of liever: van onszelf niet veranderen mag, kunnen we niet tot structureel ander gedrag komen. De opgave is dus om onszelf opnieuw uit te vinden. Daarvoor is het nodig ons oude verhaal over onszelf te laten gaan. Je zou dan kunnen denken: en er een nieuw verhaal voor in de plaats zetten.

Precies daar zit een volgende denkfout.

Want een verhaal is zelden wat er werkelijk is. Het is immers maar een verhaal en dat verhaal leeft nergens anders dan in ons hoofd. Dat verhaal belemmert ons om te voelen en te weten hoe het werkelijk met ons gesteld is.

Het enige dat we kunnen doen is open te staan voor wat we ervaren. Dan staan onze gevoelens op de voorgrond om ons te helpen sturen in de werkelijkheid. Daarbij komen de verhalen, onze zogenaamd vaststaande invullingen van wat er is, als vanzelf, reflexmatig, op. Dit te observeren en toe te staan dat de verhalen niet persé juist zijn, is het belangrijkste om te doen als we voelen dat een verandering noodzakelijk is. Zó maken we er de noodzakelijke ruimte voor.

Onze gevoelens zijn hierin onze gidsen. Die vertellen ons trouw wat er gaande is en wat we nodig hebben. Als we luisteren. De gewoonte om werkelijk naar onze gevoelens en hun boodschap te luisteren is voor veel situaties op de achtergrond geraakt. De verhalen die dat veroorzaken zijn disfunctioneel. Juist omdat ze het luisteren naar wat we ergens bij voelen verdonkeremanen. Zo verliezen we onze authentieke stuurinformatie.

Mijn gebod: “hard werken, anders deug je niet”, legde mij ‘hard werken’ op, terwijl ik kon voelen en voelde dat ik er te moe van werd. Het tweede gebod luidde: “houd vol!”: met uitputting als gevolg. Het verhaal dat ik er niet toe doe als ik niet ten koste van alles hard werk, is disfunctioneel. Het heeft een negatief gevolg voor mij: structurele uitputting.

Nu ik dat heb aanvaard als een niet kloppend verhaal over mezelf, is er ruimte gekomen om te luisteren naar wat mijn energie en de in het moment ervaren passie me zeggen. Daarmee kwam er ook respect voor de grenzen die er van nature aan mijn energie en werklust zijn gesteld. Dat houdt mij gezond en dat is functioneel.

Dit is wat ik bedoel met helen: het is wat herstel structureel maakt.

Is deze tekst aanleiding voor je om een gesprek aan te gaan, dan kun je op deze pagina een afspraak maken. Als je twijfelt of ik je kan helpen, oriënteer je dan eerst op de rest van mijn site en als de twijfel blijft, stel me jouw vraag dan via de contactpagina. Of je belt me via het nummer dat je daar vindt. Je krijgt altijd een eerlijk antwoord. Wie weet: tot dan!