Voortgaande ontwikkeling…

Al jaren verheug ik me elke zaterdag op de puzzels in ‘Trouw’. Zo is er een puzzeltype genaamd: ‘cryptophilippine’, waarbij de oplossing van de puzzel een beroemde uitspraak van iemand is. Afgelopen zaterdag, 4 februari 2023, was de oplossing: “De kunstenaar die volkomen bewust wordt, houdt op kunstenaar te zijn”, van Henry Miller (1891 – 1980). Je ziet zijn foto uit 1940 hierboven.

Die boodschap raakte me meteen en zoals dat dan gaat val ik stil en reflecteer op wat er gaande is. Ik herinnerde me vrijwel onmiddellijk mijn overpeinzingen over mijn stilgevallen inspiratie om te schrijven. Er waren simpelweg geen onderwerpen meer voorbijgekomen die me aanzetten om ervoor te gaan zitten. Ik vond het moeilijk dat te aanvaarden. Had ik niets meer te zeggen dan? Was dat met pensioen gaan? Stoppen met werken omdat je toch stil valt rond die leeftijd?

Dat maakte me verdrietig en ik begreep het niet. Dan weet ik van Vera Helleman dat er iets los te laten is, om energetisch te kunnen helen. En ook dat ik iets op een andere manier mocht gaan begrijpen.

Ik vroeg me af of het met mijn bewustzijn dan inderdaad zo gesteld is dat daardoor de creatie van nieuw materiaal definitief was gestopt? Dat leek in ieder geval met het feit van zowat nul-productie van het afgelopen jaar in overeenstemming. En ik was 65 geworden. Ik vond geen duidelijk: “ja, dat klopt”. Ik vertelde het aan mijn partner. We moesten alle twee lachen.
Dat maakte wèl duidelijk: nader onderzoek is nodig…

Daarna kwam er een herinnering, al minstens 15 jaar oud. Die kan ik als volgt samenvatten: “naarmate mijn inzicht groeit is er minder animo bij anderen daar gebruik van te maken”. Die gedachte maakte bij mij toen al helder dat het me er kennelijk om te doen was mijn kennis en inzicht bij anderen uit te venten. Het was ook aanleiding me af te sluiten voor de teleurstelling als iemand er niet in bleek geïnteresseerd om te worden ‘verlicht’ met mijn ‘waarde’. Tegenwoordig maakt me dat minder uit, de omgang met de teleurstelling is kennelijk effectief, maar die wens tot verlichting van anderen is niet verdwenen. Het verdriet dat er steeds minder gebruik van mijn talent wordt gemaakt is er nog steeds.

Die constatering was aanleiding om mijn motieven nog eens te onderzoeken. Nu ik dit op maandag, volgend op de zaterdag van de puzzel opschrijf, kan ik toegeven dat ik nog steeds behept ben met de innerlijke boodschap een ander iets te moeten bieden; om zelf voldoende waarde te kunnen hebben in mijn ogen èn de ogen van de ander. Zodat wij mij zullen aanvaarden. Zelfrechtvaardiging en voorwaardelijke zelfaanvaarding via kunstmatig opgevoerde eigenwaarde. Het is een wezenlijk deel van mijn egostructuur. Dat deel helpt me niet meer en zit overduidelijk in de weg. Ik dacht dat ik daarvan al vrij was en dat bleek niet te kloppen. Ook weet ik dat het in wat ik mijn vak noem, zonder bewustzijn daarover, niet mogelijk is op een juiste wijze te functioneren. De opkomende emoties nu: verdriet en geruststelling. Dit inzicht klopt kennelijk wel.

Deze reminders haal ik hier voor mezelf uit:
Ik mag loslaten dat ik iets te bieden moet hebben in het contact met een ander en dat het voldoende is als ik er ben zoals ik van nature ben.
Ik mag op blijven letten met welke eigen behoefte ik in contact ben met een ander en heb de plicht mezelf te corrigeren als dat niet zuiver is.

De gedachten dat ik zonder ‘iets’ te doen: ‘niets’ ben en dat dit ook geldt als ik in het contact met een ander ‘niets bijzonders’ te bieden heb, zijn de hinderende gedachten. Die komen voort uit een pijnlijke afwijzing van mijn natuurlijke compleetheid. Hier is mededogen nodig. De niet kloppende gedachten hoeven niet meer te worden overgecompenseerd door mijzelf ‘extra’ neer te zetten. Precies dat staat mijn eigen vervulling en het zuivere contact met anderen in de weg. De juiste weg is mijn natuurlijke compleetheid te aanvaarden. Onvoorwaardelijk.

Henry Miller, ‘Trouw’ en mijn eigen bereidheid mezelf onder ogen te nemen, maakten me op een gewone zaterdag opnieuw wakker. Zodat ik voor mijzelf weer helder weet: ik ben en dat is genoeg. Het contact met de ander hoort vooraf te gaan door zuiver contact met mezelf uit die bron. Precies het punt van onvoorwaardelijke zelfaanvaarding.
Daarom heb ik mezelf zojuist uitgenodigd mijn 66e levensjaar liefdevol en onvoorwaardelijk aanvaardend met mijzelf te zijn, om dat stuk overleefd ego te laten afsterven. Als dat dan werkelijk het einde inluidt van mijn schrijverschap, dan heb ik daar volstrekt vrede mee.