Eigenaarschap van behoeften sleutel tot gezonde relaties.

Omdat er veel onbegrip is over wat een relatie (on)gezond maakt, dit artikel over het verband tussen volwassenheid en eigenaarschap en hoe dat inwerkt op een relatie. Gezonde relaties beginnen bij eigenaarschap. Volwassenheid en eigenaarschap gaan over hetzelfde: zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de eigen behoeften en die verantwoordelijkheid niet langer buiten onszelf leggen, of laten liggen. “Own your shit”, zeggen de Amerikanen. Daarbij meteen de aantekening dat met compassie naar onszelf leren kijken de oefening is die ons helpt die verantwoordelijkheid op een gezonde manier te kunnen dragen. In de kern gaat dit artikel over ware zelfzorg en vanuit die zelfzorg in relatie zijn.

In mijn werk als in mijn persoonlijk leven kreeg ik veel te maken met het verleggen van verantwoordelijkheid naar plekken waar die niet hoort. Ik deed het zelf ook en bleef lang blind voor wat de gevolgen waren. Maakte het mee van anderen en ervoer dan de last ervan. Dat ging van afspraken niet nakomen, via emotioneel niet thuis zijn, niet aanspreekbaar willen zijn, anderen de schuld geven voor gevoelens, tot woedend uitvallen tegen een ander en nog genoeg meer. Ik kan inmiddels gerust beweren: alles dat een verstoring in een relatie teweeg brengt is een gevolg van het ontduiken, of laten liggen van eigen verantwoordelijkheid. Gezonde relaties beginnen en eindigen daarom bij eigenaarschap. Dit thema is dus belangwekkend, omdat we naar de wortel van alle kwaad in relaties kijken.

Om te laten zien wat ik bedoel met ‘ontduiken of laten liggen van eigen verantwoordelijkheid’ geef ik twee voorbeelden die dat inzichtelijk maken.

  1. Je woont al een tijd samen en jullie hebben het leuk. Maar er was wel geregeld gedoe over de huishoudelijke taken. Daarom hebben jullie een taakverdeling gemaakt. Dat was een compromis dat je eigenlijk niet bevalt. Op een dinsdagavond is het jouw prullenbakken/vuilniszakkenavond en je hebt geen zin om die taak op te pakken. Je laat het er bij zitten. Je partner spreekt je daarop aan als je net in bed ligt en jij valt uit met het verwijt dat je allerlei taken krijgt opgedrongen waar je niet op zit te wachten en je keert je mokkend van je partner af, je welbewust van een onrustige partner in je rug.
  2. Je bent met je partner op een feestje en je partner besteedt naar je zin teveel tijd met een ander en die tijd  ziet er ook verdacht veel uit als flirten. Dat stoort je verschrikkelijk en je neemt geen actie naar je partner. Na het feest, onderweg naar huis, spring je uit je vel en geeft je partner de wind van voren, met verwijten van verwaarlozing, vreemdgaan, fout gedrag en schaamte voor vrienden.

Ik denk dat we deze voorbeelden zullen herkennen en ik heb ze bewust onzijdig gehouden. Ga maar eens na lezer, in welke rol jij jezelf hebt herkend in de voorbeelden en of jij je nu als slachtoffer van en of als aanklager naar en of als redder van een van beide partners hebt opgesteld. Lees pas verder als je dat voor jezelf voor beide voorbeelden duidelijk weet.

Weet je het? Oké, dan gaan we verder.

De grap is nu, dat als je slachtoffer, aanklager of redder (ref. Karpman-driehoek) bent geworden, jij in dezelfde valkuil bent getrapt als ieder ander die de eigen verantwoordelijkheid ontloopt. Jouw verantwoordelijkheid gaat namelijk niet over de ander, maar uitsluitend over jezelf. Net zoals de ander uitsluitend verantwoordelijkheid voor zichzelf kan dragen.

Ik weet uit mijn praktijk dat dit niet meteen duidelijk is en pak daarom de voorbeelden er weer bij om dat uit te leggen:

In het eerste voorbeeld heb jij kennelijk ‘ja’ gezegd tegen een arrangement om de huishoudelijke taken op een bepaalde manier te verdelen en daarover concrete werkafspraken te maken. Daarin heb je genegeerd om te handelen naar je eigen gevoelens, want het zit je niet lekker wat er is afgesproken. Je hebt onterecht ‘ja’ gezegd en hebt nagelaten dat te corrigeren. Daarin heb je je eigen verantwoordelijkheid ontlopen. 

De ergernis over jullie arrangement komt tot een bijeengespaard emotioneel hoogtepunt.  Als gevolg daarvan uit jij je grief en gaat uit contact met je partner. Ook hierin schuif jij je verantwoordelijkheid weg, want jouw partner is niet verantwoordelijk voor jouw emoties. Gezonde relaties beginnen bij eigenaarschap. Weet je nog? Verantwoordelijkheid nemen voor jouw emotie zou hier kunnen betekenen dat je zegt: “Ik heb een fout gemaakt door ‘ja’ te zeggen tegen ons arrangement. Het zit me niet lekker (“ik voel me er boos over”) en dat is me nu duidelijk geworden. Ik wil het graag opnieuw met je over onze afspraken hebben, om tot een afspraak te komen waar ik me wel van harte aan zal kunnen houden”. 

Daaraan voorafgaand iets als: “ik heb mijn boosheid naar je toegegooid, terwijl ik daarvoor zelf verantwoordelijk ben. Dat spijt me. Kunnen we even praten over wat er bij me speelt?” Voel maar eens na hoe jij op dergelijke boodschappen zou reageren. Als gever en als ontvanger.

In het tweede voorbeeld erger jij je aan de aandacht die aan een ander wordt gegeven. We weten niet wat er precies bij je speelt, maar het ligt voor de hand om hier verdriet of angst bij je te veronderstellen. Je innerlijke dialoog kan bij verdriet dat gemis aanduidt dan luiden: “ik wil die aandacht voor mijzelf, want ik heb mijn partner deze week nauwelijks gezien”. Bij de angst die over onveiligheid gaat kun je denken: “ik doe er kennelijk niet meer toe voor mijn partner, die ander is kennelijk leuker dan ik ben, hoe lang zal onze relatie nog duren?” Voor een duidelijke uitwerking van het voorbeeld kies ik voor de emotie: verdriet.

Jij neemt in het voorbeeld geen verantwoordelijkheid voor je gemis dat via de emotie verdriet kenbaar wordt en de handeling die daarbij hoort: je gemis aan te vullen. Zo ben je geen eigenaar van je eigen behoefte aan aandacht. Je emotie verdriet roept je immers wel heel behulpzaam op om te gaan handelen. De gevraagde handeling na te laten is het ontlopen van de eigen verantwoordelijkheid. Die door te schuiven naar je partner is dat eveneens. Jouw partner is er namelijk niet verantwoordelijk voor dat jij je zo voelt. De partner is mogelijk een deel van de oplossing, maar niet het probleem. Dat komt echt alleen maar voort uit jouw onvervulde behoefte en jouw persoonlijke duiding van de situatie. Jij kunt dus ook alleen maar zelf verantwoordelijk zijn voor je eigen behoefte en kunt de vervulling daarvan niet dwingend opleggen aan een ander. Je partner is zelf ook alleen maar verantwoordelijk voor de eigen behoeften en heeft zelfstandig te bezien of deze open kan staan voor het invullen van jouw behoefte van het moment.

Gezonde relaties beginnen bij eigenaarschap. Wat in dit geval een kloppende mogelijkheid zou zijn geweest is naar je partner toestappen en aan deze te vragen om aandacht: “ik mis je en wil graag tijd met jou besteden, sta je daarvoor open?” Dat doet volledig recht aan jouw eigen behoefte en de behoefte van je partner: de autonomie om zelf te beslissen wat deze met jouw vraag wenst te doen. Dan kan het antwoord zijn. “Nu niet”. Dat antwoord heb jij dan te aanvaarden. Het dragen van jouw gemis blijft jouw opgave vanuit jouw eigenaarschap van je eigen behoefte. Mijn tip zou wel zijn om na je uitbarsting in de auto tegen je partner te zeggen: “Ik heb je erg gemist en zag geen kans om contact met je te maken. Dat is aan me gaan vreten en daarom viel ik zo naar je uit. Dat had ik niet mogen doen en dat spijt me.” Voel ook voor dit voorbeeld maar eens na hoe jij op dergelijke boodschappen zou reageren. Als gever en als ontvanger.

Zodat we nu duidelijk kunnen zien en invoelen dat gezonde relaties beginnen bij eigenaarschap. Daarin zullen we fouten maken. Een gezonde relatie is er een waarin we de rommel die we zelf hebben gemaakt ook weer zelf opruimen; zelf eigenaar van de gemaakte rommel blijven.
Ik wens ons gelukkig corvee.

 

Ben jij ontevreden over hoe jullie communicatie, passie en seks in jullie relatie is en wil je weten hoe je dit met jouw leiderschap sterk kunt verbeteren, dan nodig ik je uit voor een vrijblijvend gratis gesprek van 15 minuten. Neem dan via hier contact met me op.